Ik wil een tuin vol verhalen creëren. Verhalen die als zaadjes door de lucht zweven. Verhalen die ruisen door de bladeren. En een verhaal dat zich hink-stap-sprong een weg paadt door het groen.
Een verhaal als Oost-Indische kers, slingerend over de grond. Haar ronde bladeren een frisgroene ondergrond voor helder oranje bloemen.
Verhalen die, als de kruipende Phlox, het pad langzaam bedelven onder een tapijt van lila bloemhoofdjes. Verhalen als de statige Alliums die hun bruingebrande hoofden boven het gebladerte omhoog houden totdat de herfstregen hen neer zwiept. Verhalen als de zwierende takken van de treurwilg die sjwoes, sjwoes over het pad slepen.
Verhalen die zich, als de prikkende takken van bramenstruiken, boven, onder, door alles heen knopen en verwoed aan de mouwen van mijn trui trekken. Krassen in mijn arm makend.
Een verhaal met de na-ijlende prikkeling van een per ongeluk vastgepakte brandnetel. En een verhaal dat bedwelmt, als de geur van de tuberoos. Verhalen die langzaam ontluiken, als de aarzelende ontknoping van de blauw purperen kelken van de Anna Paulowna. Behoedzaam de grillen van de weergoden aftastend.